Resultaten eindtoets

Definitie

De indicator Resultaten eindtoets toont het gemiddelde percentage van de referentieniveaus 1F en 2F/1S over drie jaar van het totaal aantal leerlingen. Let op: het gaat om leerlingen:
- met een hoofdinschrijving
- waarvoor een geldige eindtoetsscore is ingevuld.
Het gaat om leerlingen in het onderwijstype basisonderwijs (bo).

Toelichting

De gegevens in het 1-cijferbestand PO zijn gebaseerd op zogenaamde 1-cijferdefinities. Dit zijn afspraken tussen het Ministerie van OCW, het CBS en andere partijen om onderwijsgegevens op een eenduidige manier te ontsluiten. Voor de berekening van de indicator Resultaten eindtoets is zo dicht mogelijk gebleven bij de werkwijze zoals deze benoemd zijn in de 'Regeling Leerresultaten' van OCW en toegepast worden door de Inspectie van het Onderwijs.

Met ingang van het schooljaar 2023-2024 wordt de eindtoets vervangen door de doorstroomtoets. De doorstroomtoets vindt plaats in februari en geeft leerlingen een gelijke kans om zich eind maart aan te melden voor de middelbare school van hun voorkeur die het best past bij hun niveau. Vanaf het einde van het schooljaar 2023-2024 zijn de eerste doorstroomtoetsresultaten te zien op scholenopdekaart.nl.

Basisinformatie

De informatie die voor alle basisscholen op scholenopdekaart.nl wordt getoond:

Extra informatie

De extra informatie die niet standaard op scholenopdekaart.nl wordt getoond, maar die scholen wel kunnen tonen:

Berekening

De behaalde percentages bij de referentieniveaus zijn berekend op basis van de eindtoetsgegevens zoals ze bij de Dienst Uitvoering Onderwijs (DUO) staan geregistreerd in het register onderwijsdeelnemers (ROD). De school heeft deze gegevens zelf uitgewisseld met DUO, via het eigen administratiesysteem. De rekenregels voor de berekening zijn gebaseerd op de Regeling leerresultaten PO van de Inspectie van het Onderwijs (hierna: inspectie). Daarin staan de regels die de inspectie hanteert in het kader van het toezicht. Hieronder vallen onder andere regels ten aanzien van de leerlingen die volgens de inspectie moeten worden meegenomen in de eindtoetsresultaten van een school.

De behaalde percentages bij de referentieniveaus betreffen een (gewogen) gemiddelde over de laatste drie schooljaren waarvan eindtoetsgegevens beschikbaar zijn. Deze gemiddelde score van de school op de eindtoets wordt vergeleken met de ondergrens van de inspectie. Die ondergrens is gebaseerd op de schoolweging van de school. De schoolweging is sinds schooljaar 2020-2021 de maat van de inspectie die bepaalt waar de ondergrens (signaleringswaarde) voor de resultaten op de eindtoets ligt. De schoolweging is berekend door het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS).

Rekenregels van de inspectie

  1. Voor de berekening van de referentieniveaus worden initieel alle leerlingen met een eindtoetsscore meegenomen.
  2. Vervolgens worden deze leerlingen eruit gefilterd:
    • die een andere eindtoets dan een officiële eindtoets hebben gemaakt
    • leerlingen met een ontheffing, dit zijn leerlingen die:
      • korter dan vier jaar in Nederland verblijven en de taal onvoldoende beheersen (code 1)
      • zeer moeilijk lerend zijn (code 2)
      • meervoudig gehandicapt zijn (code 3).
  3. Voor leerlingen waarvoor twee eindtoetsresultaten beschikbaar zijn, wordt het hoofdresultaat meegenomen. Dit resulteert in het aantal leerlingen met een eindtoets.
  4. Voor de leerlingen met een eindtoets wordt vervolgens voor de taalonderdelen lezen en taalverzorging en voor rekenen bepaald of ze het fundamentele niveau 1F hebben behaald. Hetzelfde wordt gedaan voor het streefniveau 1S/2F.
  5. Omdat uitgegaan wordt van een (gewogen) gemiddelde over de laatste drie schooljaren, worden voorgaande rekenregels toegepast op het schooljaar waarvoor de resultaten berekend worden (t) en op de twee voorgaande schooljaren (t-1 en t-2). Als niet voor de drie laatste schooljaren bekend of de leerlingen wel of niet de referentieniveaus hebben behaald, dan worden de laatste drie beschikbare schooljaren gebruikt.
  6. Vervolgens wordt het aantal leerlingen dat het fundamenteel niveau heeft behaald over drie schooljaren bij elkaar opgeteld. Dit wordt gedeeld door drie keer het totaal aantal leerlingen en vermenigvuldigd met 100. Hetzelfde wordt gedaan voor het streefniveau.
  7. Voor elke school leidt voorgaande tot twee percentages: een percentage leerlingen dat het fundamenteel niveau heeft behaald en een percentage leerlingen dat het streefniveau heeft behaald. Beide percentages worden afgerond op 1 decimaal en variëren tussen de 0,0% (geen van de leerlingen heeft het referentieniveau behaald) en 100,0% (alle leerlingen hebben het referentieniveau behaald).

Kunnen de gegevens van de inspectie verschillen van de gegevens in Vensters?

De ontheffingsgronden die de inspectie hanteert, worden in het systeem van Vensters automatisch toegepast op de berekening van de resultaten op de eindtoets. Toch kan het resultaat op de eindtoets in Vensters afwijken van dat van de inspectie. De inspectie betrekt namelijk ook informatie van schoolbezoeken of aanvullende bureau-analyse. Op basis hiervan is het mogelijk dat de inspectie tot een andere conclusie komt.

Vergelijkingsgroep

De vergelijkingsgroep bestaat uit scholen met een vergelijkbare schoolweging. Het gaat hier alleen om scholen binnen het basisonderwijs en niet om scholen in het speciaal onderwijs (so) en in het speciaal basisonderwijs (sbo).

Databron

De leerlingengegevens in het basisonderwijs vanaf 1-10-2010 zijn volgens 1-cijferbestand PO (Wet op het Primair Onderwijs) en komen uit het register onderwijsdeelnemers (ROD). De postcodegegevens komen uit GBA en worden gekoppeld aan ROD.